Waar staat de ChristenUnie voor?
Het hebben van werk is belangrijk. Ons werk is de plek waar talent en verantwoordelijkheid tot hun recht komen. Hoewel de werkeloosheid minder is dan het landelijk gemiddelde telt Zeewolde in 2016 540 werklozen en is het voor hen moeilijk om aan een baan te komen. Er zijn daarnaast teveel mensen die ondanks een baan dicht bij of onder de armoedegrens leven. We leven in één van de rijkste landen ter wereld maar ook in Zeewolde is armoede en lukt het niet iedereen het hoofd boven water te houden. De ChristenUnie vindt dat niemand in Zeewolde aan zijn of haar lot mag worden overgelaten. Dit vraagt niet alleen om een goede manier van omgaan met de sociale zekerheid maar vooral om het scheppen van randvoorwaarden waarbinnen mensen zelf aan perspectief kunnen werken.
Aan het werk
Voor mensen met beperkingen moet het vanzelfsprekend zijn dat ook zij de mogelijkheid krijgen om hun talenten in te zetten, of dat nou betaald, of via vrijwilligerswerk is. De gemeente geeft hier zelf het goede voorbeeld in en stimuleert bedrijven hier ook actief in. Misbruik van ‘gratis werk’ (zoals werkervaringsplaatsen) dat ten koste gaat van reguliere arbeidsplaatsen moet worden aangepakt. Re-integratietrajecten die de kansen op betaald werk aantoonbaar verhogen moeten juist worden gestimuleerd.
De ChristenUnie vindt het belangrijk te benadrukken dat mensen meer zijn dan alleen hun verdienvermogen. Vrijwilligerswerk of op een andere manier participeren in de samenleving kan, zeker voor het welbevinden van iemand, heel waardevol zijn. Ook voor de maatschappij. Met de Participatiewet is de rol van het SW-bedrijf veranderd. Dit vraagt een zorgvuldig proces waarbij de expertise niet verloren mag gaan. Tegelijk zijn gemeenten verplicht beschut werk te bieden. De ChristenUnie is voor een coöperatieve samenwerking tussen Sociale werkplaats en werkgevers. Voor nieuwkomers is het voor een goede integratie van belang dat zij snel aan de slag kunnen. Ook hier geldt: hoe eerder, hoe beter. Aan vluchtelingen wordt maatwerk geboden om een opleiding te volgen, een leerwerktraject te doen of stage te lopen.
De gemeente neemt, in samenwerking met bedrijfsleven, verantwoordelijkheid voor voldoende participatiebanen. De gemeente zoekt in samenwerking met het bedrijfsleven naar kwalitatief goede en voldoende beschutte werkplekken; Als de gemeente helpt, mag een tegenprestatie worden verwacht. Daarbij is het belangrijk dat zoveel mogelijk wordt ingezet op de eigen kennis en talenten van mensen.
Ondernemers en bedrijven die aantoonbaar succesvolle (re)integratie-trajecten (leerwerktrajecten) bieden worden beloond; Omdat het belangrijk is dat mensen gaan bewegen en eventueel een taak op zich nemen, krijgen sportverenigingen een rol bij integratie; De gemeente moet stoppen met de focus op alleen het verdienvermogen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De gemeente zet zich extra in om mensen met psychische klachten aan het (vrijwilligers-)werk te krijgen. De gemeente stimuleert mede door de SROI (bijdrage leveren aan grotere arbeidsparticipatie) via het inkoopbeleid voldoende stageplekken bij het bedrijfsleven worden gerealiseerd.
Armoede en preventie
Ook in Zeewolde is er sprake van armoede. Veelzeggend is dat 60 procent van deze arme kinderen (landelijk), werkende ouders heeft. De ChristenUnie wil armoede bestrijden. Armoede leidt vaak tot sociale problemen, slechtere schoolprestaties en armoede levert veel stress op. Omdat voorkomen nog altijd beter is dan genezen moet maximaal worden ingezet op preventie en vroegsignalering. Gezinnen met kinderen verdienen hierbij extra aandacht. Een vicieuze cirkel van achterstand, waarbij armoede van generatie op generatie over gaat moet zoveel mogelijk worden doorbroken.
Er moet doelgerichte en laagdrempelige voorlichting over geld en budgetbeheer aangeboden worden. De gemeente spreekt met woningcorporaties en energieleveranciers af dat betalingsachterstanden tijdig worden gemeld en er pas tot (dreigen met) afsluiting of huisuitzetting wordt overgegaan nadat eerst actief hulp is aangeboden, zeker bij gezinnen met kinderen. De gemeente kijkt ook kritisch naar het eigen gedrag als schuldeiser. De toegang tot preventief budgetbeheer voor kwetsbare groepen wordt zo laagdrempelig mogelijk gemaakt. O.a. scholen en sportverenigingen wordt gevraagd alert te zijn op signalen van armoede bij kinderen en deze te melden bij het (sociaal) wijkteam. Compensatieregeling voor chronisch zieken en mensen met een beperking. Bij regelingen voor minima moet de gemeente rekening houden met de groep die qua inkomen net boven de bijstandsnorm zit. Eén schuldenaar, één regisseur.
Schulden
Om te voorkomen dat voor zowel mensen zelf, als ook schuldeisers en samenleving de gevolgen van schulden zich in rap tempo opstapelen moet de gemeente snelle en toegankelijke schuldhulpverlening bieden.
Wachttijden moeten zoveel mogelijk worden beperkt en als een schuldhulptraject start moeten schuldeisers zo snel mogelijk worden geïnformeerd. Om een eventuele wachttijd te benutten moet bij het bij de eerste melding gebruikelijk zijn ook andere beschikbare partners in te schakelen. Vrijwilligersorganisaties moeten hierbij ook op steun van de gemeente kunnen rekenen. Dat kan zijn financieel, maar ook in praktische zin, in de aansturing of in kennisoverdracht. En hoewel wij het liefst een samenleving zouden zien waarin voedselbanken niet nodig zijn, zijn wij dankbaar voor het waardevolle werk dat zij doen. Ook zij mogen op onze steun rekenen, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van een locatie of vervoermiddel.
Na aanmelding moet iemand binnen twee weken bij de schuldhulpverlening terecht kunnen; Wachttijden worden zoveel mogelijk benut. Bijvoorbeeld door mensen ‘huiswerk’ te geven, maar ook actief samen te werken met partners als Schuldhulpmaatje, MDF, maatschappelijk werk, de Voedselbank of de diaconie. De gemeente maakt als regisseur concrete afspraken met deze partners om de hulp te stroomlijnen en biedt daarin ondersteuning aan. Bij dakloosheid door huurschuld wordt gewerkt aan een gezamenlijke oplossing met woningcorporaties. Corporaties mogen zich niet als preferente schuldeiser opstellen. Gezinnen met kinderen die te maken hebben met (dreigende) dakloosheid komen in aanmerking voor urgentie. In sommige gevallen moet het mogelijk zijn om schulden af te lossen door maatschappelijke inzet.